Grenswaardemetingen voor ethyleen in sla en komkommer 17 March 2021
In de glastuinbouw wordt regelmatig schade aan gewassen geconstateerd waarvan de oorzaak niet bekend is. Schade aan deze gewassen kunnen grote economische gevolgen hebben voor tuinders. Mogelijk zou de onverklaarbare schade die geconstateerd wordt in verband gebracht kunnen worden aan de dosering van CO2 met behulp van een warmtekrachtkoppeling (WKK) waarbij rookgassen de kas ingebracht worden. De positieve effecten van het doseren van CO2 zijn algemeen bekend: hogere opbrengst en/of betere kwaliteit. Naar de mogelijk negatieve effecten wordt momenteel veel onderzoek gedaan (C.J. v. Dijk et al. 2003).
Etheen (C2H4) en stikstofoxiden zijn voorbeelden van de componenten die voorkomen in de rookgassen en die bij het doseren van CO2 met behulp van een WKK, kachel of ouderwetse gaskachel de kas ingeblazen worden. De schade die in planten wordt waargenomen, wordt met name toegeschreven aan deze twee componenten (C.J. v. Dijk et al. 2003).
Er is relatief weinig bekend over de concentratieniveaus en de mogelijk negatieve effecten van toxische gassen in de kas. Er zijn eisen gesteld aan de maximale toegestane concentraties van enkele toxische componenten in rookgassen om eventuele schade zoveel mogelijk te voorkomen. Ondanks dat rookgasreinigingsinstallaties ervoor zouden moeten zorgen dat deze grenswaarden niet overschreden worden, komen toch regelmatig schadegevallen voor, zowel schade die veroorzaakt wordt door een kortdurende hoge dosering als door een chronische blootstelling aan te hoge concentraties toxische stoffen waarbij achterblijven in groei en verminderde kwaliteit voorbeelden zijn van schade die optreedt (Th. A. Dueck et al. 2008). Uit onderzoek zijn wel ruwe concentratieniveaus gekoppeld aan het ontstaan van schade in verschillende gewassen, maar waar de exacte grens ligt is niet bekend. Als algemene schadedrempel voor ethyleen in kassen wordt 50 ppb aangehouden (Blankenship & Kemble, 1996); (Tonneijck & Van Dijk, 1994). Bij tomaat zou schade optreden tussen de 10 – 50 ppb ethyleen (Blankenship & Kemble, 1996; Peet et al. 2001), bij komkommer bij concentraties van < 100 ppb (Abeles et al. (1992). Omdat nog relatief weinig bekend is over de concentratieniveaus waarbij stikstofoxiden en etheen schade doen aan het gewas, is een onderzoek ingesteld in samenwerking met EMS om te achterhalen bij welk niveau etheen schade (ofwel visuele schade ofwel achterstand in groei etc.) doet aan de gewassen sla en komkommer. Hierbij werd gekozen voor komkommer, omdat deze planten vaak gevoelig zijn voor gasvormige stoffen, met name in afgesloten ruimten (W. Verkerke et al. 2002). Voor sla werd gekozen omdat hier in literatuur nog weinig over bekend is. Verschillende teeltrondes werden uitgevoerd waarbij, de planten werden blootgesteld aan verschillende concentraties etheen. Symptomen waarop gelet werd zijn: afsterven bladweefsel, chlorose en groei reductie (J.K. Boerman & G. Bosman, 2014). Benieuwd naar het volledige rapport ? Klik hier